Doelstellingen van samenwerking met derde
landen
De
samenwerking met jongeren en partners in landen in andere regio's van de
wereld ("derde landen") kan bijdragen aan de bevordering van de wereldvrede,
dialoog, verdraagzaamheid en solidariteit onder jongeren. Om de reeds gesloten
samenwerkingsovereenkomsten een menselijke en culturele dimensie te geven
streeft de Europese Unie er in toenemende mate naar de samenwerking en
solidariteit tussen mensen te vergroten en te verdiepen.
Bij de ondersteuning van jongerenactiviteiten met derde landen is het
hoofddoel van de Europese Commissie duurzame en solide partnerschappen
tussen de diverse partners tot stand te brengen en de uitwisseling van
ervaringen en knowhow op het gebied van jongerenwerk tussen
niet-gouvernementele en gouvernementele organisaties in de Europese Unie
en in derde landen te bevorderen.
Activiteiten waar derde landen bij betrokken zijn, stellen de deelnemers in
staat hun respectieve situaties en culturen beter te begrijpen en elkaars
identiteit te onderzoeken. Ze zijn ook bedoeld om bij te dragen tot de
ontwikkeling van de vrijwilligerssector en het maatschappelijk middenveld in de
partnerlanden.
Doelstellingen van de euro-mediterrane samenwerking
Het overkoepelende doel van de euro-mediterrane samenwerking op jongerengebied
is om de integratie van jongeren in de maatschappij en in het werkende bestaan
te vergemakkelijken en om het democratische proces van de civiele maatschappij
in de partnerlanden rond de Middellandse Zee veilig te stellen.
De thematische prioriteiten zijn actieve participatie van ngo's, de versterking
van het burgerschap, de positie van vrouwen in de samenleving, de bestrijding
van racisme en vreemdelingenhaat, rechten van minderheden, cultureel erfgoed en
milieubescherming.
Welke landen kunnen deelnemen?
Zie de lijst met landen en prioriteitsregio's in paragraaf B.3.
Welke algemene regels gelden voor de
activiteiten met derde landen?
-
Alleen Actie 1 (Jongerenuitwisselingen), Actie 2 (Europees
Vrijwilligerswerk) en Actie 5 (Ondersteunende activiteiten) staan open voor
samenwerking met derde landen
-
Bij elk derdelandenproject moeten één of meer EU-lidstaten betrokken zijn,
afhankelijk van de Actie
-
Aan deze projecten moeten derde landen uit dezelfde regio deelnemen
-
Er mogen niet meer kandidaat-landen en EER/EVA-landen bij een project
betrokken zijn dan EU-lidstaten
-
De activiteiten kunnen plaatsvinden in elk van de landen die aan het
desbetreffende project deelnemen
Welke specifieke voorwaarden gelden voor
activiteiten van kandidaat-landen met derde landen?
Kandidaat-landen mogen alleen deelnemen aan derdelandenactiviteiten met de
aangrenzende prioriteitsregio's:
-
De kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa Bulgarije en Roemenië,
mogen alleen deelnemen aan multilaterale derdelanden projecten met landen in
Oost-Europa en Caucasus, maar niet met landen uit Latijns-Amerika en de
mediterrane partnerlanden (behalve Turkije, welke ook Mediterrane partner
is).
Welke algemene regels zijn er voor euro-mediterrane
activiteiten?
- Alleen Actie 1 (Jongerenuitwisselingen), Actie 2 (Europees
Vrijwilligerswerk) and Actie 5 (Ondersteunende activiteiten) staan open voor
euro-mediterrane samenwerking op jongerengebied
- De lidstaten van de EU en de mediterrane partnerlanden (Algerije, Egypte,
Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, de Westelijke
Jordaanoever en de Gazastrook) kunnen aan de euro-mediterrane activiteiten
deelnemen
- De kandidaat-lidstaten en de EVA-/EER-landen kunnen niet aan de
euro-mediterrane activiteiten deelnemen
- Bij elk euro-mediterraan project moeten, al naar gelang de actie, één of
meer lidstaten van de EU betrokken zijn
- De activiteiten kunnen plaatsvinden in elk van de landen die aan het
desbetreffende project deelnemen.
Hoe een aanvraag indienen?
De officiële aanvraagformulieren kunnen worden verkregen bij de Nationale
Agentschappen en de nationale coördinatoren. U kunt de aanvraagformulieren
ook downloaden van de website van de Commissie en andere websites (zie
download). De aanvragen moeten ingediend worden vóór de deadlines voor
projecten met derde landen, die in paragraaf B.5
genoemd zijn. Als u hulp
wilt bij het invullen van de formulieren, kunt u contact opnemen met het
Nationaal Agentschap of de nationale coördinator in uw land
Een van de partnerorganisaties neemt de leiding op zich bij het indienen van de
aanvraag en bij de uitvoering van het project. Deze organisatie dient de
subsidieaanvraag in. Zij ontvangt de subsidie voor het hele project en geeft aan
elke partnerorganisatie haar respectieve deel van de subsidie door. Zij is ook
verantwoordelijk voor de rapportage en het overleggen van de eindafrekening.
Projecten met Mediterrane partnerlanden
Aanvragen voor actie 1 en 5 dienen ingediend te worden door de gastorganisatie.
Aanvragen voor actie 2 projecten moeten door de gastorganisatie of coördinerende
organisatie ingediend worden, als het om meer gastorganisaties gaat.
Indien de
aanvrager in een lidstaat van de EU gevestigd is, dient de aanvraag namens alle
partners bij het desbetreffende Nationale Agentschap te worden ingediend.
Indien de aanvrager in een van de Mediterrane partnerlanden gevestigd is, dient
de aanvraag via de nationale coördinator naar de Europese Commissie te gaan.
Projecten met andere derde landen
De aanvrager moet één van de in een programmaland gevestigde partners zijn.
De aanvrager dient de aanvraag namens alle partners bij het desbetreffende
Nationale Agentschap in.
Voor actie 1 en 5 projecten die plaats vinden in een van de programmalanden,
moet de aanvraag door de gastorganisatie worden gedaan.
Europese
niet-gouvernementele jongerenorganisaties en multilaterale
EVS projecten
Europese niet-gouvernementele jongerenorganisaties (ENGYO's) die hun zetel
hebben in één van de programmalanden en in ten minste acht programmalanden een
vestiging hebben (officiële statuten), kunnen rechtstreeks bij de Europese
Commissie een aanvraag indienen, ofwel via hun nationale afdelingen bij het
betrokken Nationaal Agentschap.
Aanvragen voor multilaterale derde landen EVS projecten
moeten direct bij de Europese Commissie worden ingediend.
Andere
overwegingen
Visa en verblijfsvergunningen
De regelgeving met betrekking tot visa en verblijfsvergunningen verschilt van
land tot land. Zo bestaat er geen algemene regel voor of status van
EVS-vrijwilligers, hetgeen betekent dat er voor elke vrijwilliger aparte
regelingen getroffen zullen moeten worden. De Europese Commissie kan met het oog
hierop een attest afgeven ter bevestiging van de deelname van de vrijwilliger
aan een Europees project. Ook de Nationale Agentschappen en nationale
coördinatoren kunnen hierbij van dienst zijn.
Vaccinaties en medische zorg
U wordt verzocht bij de relevante gezondheidsinstanties na te vragen wat
de gezondheidsaanbevelingen voor het desbetreffende derde land zijn. Houd
bij het plannen van het tijdschema en het budget voor het programma
rekening met eventueel vereiste medische keuringen en inentingen.