Wat zijn de specifieke criteria voor bi-trilaterale derde
landen EVS projecten?
Naast de algemene doelstellingen en criteria die in
hoofdstuk D en paragraaf H.1 zijn genoemd, moeten
EVS-projecten met derde landen aan de volgende specifieke criteria voldoen:
- Project partners
Projecten met zend en gastorganisaties in twee of drie landen.
- Aantal vrijwilligers
1 tot 4 vrijwilligers per aanvraag. Niet meer dan 2 vrijwilligers van
hetzelfde land per gastorganisatie.
- Duur van de periode van vrijwilligerswerk
Normaal van 6 tot 12 maanden. In verband met visumproblemen kunnen kortere
projecten met derde landen in aanmerking komen, met een minimum van drie
maanden.
Kortlopende activiteiten (3 weken tot 6 maanden) komen alleen voor
financiering in aanmerking als ze bedoeld zijn om de toegankelijkheid van het
Europees Vrijwilligerswerk voor kwetsbare jongeren te verbeteren.
- Training
Trainingen vormen een onlosmakelijk onderdeel van ieder EVS-project. Vóór
het vertrek en bij aankomst van de vrijwilligers moeten trainingen
georganiseerd worden. Daarnaast moeten er tussentijdse evaluatiebijeenkomsten
en, indien mogelijk, een afrondende evaluatiebijeenkomst plaatsvinden (zoals
hieronder en in paragraaf D.5 beschreven).
Wat zijn de specifieke criteria voor multilaterale derde
landen EVS projecten?
In navolging van de algemene doelstellingen en criteria beschreven in
hoofdstuk D, sectie H.1, moeten
deze projecten voldoen aan de volgende criteria:
- Projectinhoud:
Het project behoeft een sterke en coherente thematische inhoud.
Het project moet een aangeven moeite te doen om betrokken te worden bij nieuwe
activiteiten en hun ervaringen uit te breiden.
- Project partners:
Ten minste 3 zendorganisaties in 3 verschillende landen en ten minste 2
gastorganisaties in hetzelfde land of verschillende landen.
Aangevraagde projecten moeten een aantal partners hebben (20%), welke niet
eerder in EVS hebben deelgenomen.
- Aantal vrijwilligers:
Minimaal 5 en maximaal 20 vrijwilligers, uit ten minste 3 landen.
Maximaal 4 vrijwilligers per gastorganisatie en niet meer dan 2 uit hetzelfde
land.
- Lengte van de vrijwilligersperiode:
Normaal gesproken 6-12 maanden. Mochten er problemen zijn met visa, dan
zijn kortere derde landen projecten toegestaan, met een minimum van 3 maanden.
Korte termijn activiteiten (3 weken tot 6 maanden) zijn alleen mogelijk
wanneer het gaat om het faciliteren van projecten voor kwetsbare jongeren.
- Training:
Trainingssessies vormen een integraal onderdeel van EVS. Een training voor
vertrek en aankomsttrainingen, de midterm bijeenkomst en mogelijk een
eindevaluatie, moeten voor alle vrijwilligers worden georganiseerd (als
beschreven in sectie D.5)
Hoe moet een EVS-project met derde landen worden opgezet?
In tegenstelling tot EVS-projecten in programmalanden zoals beschreven in
paragraaf D.9, is er geen gegevensbank voor
gastorganisaties voor het EVS in derde landen.
Voor vrijwilligers
Als je nog geen gastorganisatie weet, moet je beginnen door een mogelijke
zendorganisatie in jouw land te vinden die contacten heeft met organisaties in
het land waar je vrijwilligerswerk zou willen doen.
Als je al een gastorganisatie weet die je als vrijwilliger zou willen
opvangen, moet je deze organisatie in contact brengen met een mogelijke
zendorganisatie in jouw land.
Zodra het partnerschap tussen de zend- en gastorganisatie tot stand is
gebracht, kun je gezamenlijk je project opzetten en een subsidieaanvraag
voorbereiden, die moet worden ingediend door een in een programmaland of een
mediterraan partnerland gevestigde organisatie. Je kunt ook contact opnemen met
niet-gouvernementele Europese jongerenorganisaties, die wellicht op zoek zijn
naar vrijwilligers voor reeds goedgekeurde EVS-projecten. De Nationale
Agentschappen (of nationale coördinatoren) kunnen je behulpzaam zijn bij het
zoeken naar geschikte organisaties.
Voor zend- of gastorganisaties
Een EVS-project met derde landen gaat vaak uit van een bestaand partnerschap
tussen zend- en gastorganisaties. Dit partnerschap kan bijvoorbeeld gebaseerd
zijn op initiatieven voor culturele uitwisselingen, jumelages, partnerschappen
tussen internationale jongerenorganisaties, solidariteitsinitiatieven of
ontwikkelingssamenwerking.
Voor elk gastproject in een programmaland is een goedgekeurde Hosting
Expression of Interest (HEI) nodig.
Voor goedkeuring als gastorganisatie (alleen voor organisaties in
programmalanden): Als eerste stap vult de gastorganisatie de Hosting Expression
of Interest (HEI) in. Deze dient hij in bij het Nationaal Agentschap (check met
het Nationale Agentschap wanneer je de HEI moet indienen). De goedgekeurde HEI
is geldig voor een periode van maximaal 3 jaar, en niet alleen voor één project.
Dit geeft geen automatische garantie dat elk aangevraagd project EVS wordt
goedgekeurd.
In bepaalde gevallen kunnen de Nationale Agentschappen of nationale
coördinatoren u behulpzaam zijn bij het vinden van partnerorganisaties, vooral
organisaties in de EU en de mediterrane partnerlanden. De zend- en
gastorganisatie plannen (soms met een coördinator) samen het project en dienen
de aanvraag in. De vrijwilliger, indien die al bekend is, moet bij de
voorbereiding van de aanvraag betrokken zijn, maar mag ook worden aangegeven
nadat het project is goedgekeurd.
Hoe worden de trainingen georganiseerd?
Het is aan de organisatie die het project coördineert (d.w.z. de aanvragende
organisatie) om ervoor te zorgen dat alle bij het project betrokken
vrijwilligers – ofwel individueel of als groep – vóór hun vertrek en bij
aankomst geschoold worden en de tussentijdse evaluatiebijeenkomsten en, indien
mogelijk, ook de afrondende evaluatiebijeenkomst bijwonen.
Waar mogelijk moet gebruik worden gemaakt van door het Nationale Agentschap
opgezette trainingen voor zowel de vrijwilligers uit de programmalanden
(training vóór vertrek) als voor de vrijwilligers uit derde landen (training bij
aankomst en tussentijdse evaluatiebijeenkomst). De training bij aankomst die in
de programmalanden plaatsvindt, kan door de coördinerende organisaties zelf
verzorgd worden, indien ten minste 5 EVS-vrijwilligers meedoen en de training
voldoet aan de richtlijnen van de Europese Commissie. De training bij aankomst
die in derde landen plaatsvindt, moet door de coördinerende organisaties zelf
verzorgd worden.
Voor projecten die plaatsvinden in Zuid Oost Europa kunnen de trainingen
georganiseerd worden door het South East Europe Resource Centre. Kijk voor meer
informatie op
http://www.mladina.si.
Zie paragraaf H.1 voor informatie over hoe een
aanvraag in te dienen.