Pan-Europese projecten Pan-Europese projecten zijn voor pan-Europese netwerken en niet-gouvernementele organisaties die op Europees niveau samenwerken.  Pan-Europese projecten kunnen alléén in de programmalanden plaatsvinden. Er mogen ook alléén partners en vrijwilligers uit de programmalanden bij betrokken zijn.  Pan-Europese projecten moeten een bijdrage leveren aan Actie 2 als geheel, ruimte bieden voor experimenten met nieuwe methoden en vernieuwend zijn. Ze worden zorgvuldig gemonitord en van een follow-up voorzien. De ervaringen die deze projecten opleveren, moeten met andere landen en actoren die aan het programma deelnemen worden gedeeld.

Wie kan een subsidieaanvraag indienen?

Elke niet-gouvernementele organisatie (NGO), netwerk, vereniging of lokale autoriteit met partners in ten minste 8 programmalanden kan een aanvraag indienen.

Aan het project moeten ten minste zes programmalanden deelnemen die erin toestemmen vrijwilligers uit te wisselen. Het project mag in een willekeurig programmaland plaatsvinden (zie paragraaf B.2).

Een pan-Europees project moet een coördinerende organisatie in een programmaland hebben. Deze organisatie vervult namens alle deelnemende partners een spilfunctie en onderneemt het toezicht op de naleving van alle contractuele verplichtingen in verband met het project. Zij is verantwoordelijk voor het indienen van de aanvraag. Let erop dat elke partnerorganisatie duidelijk in de aanvraag moet worden vermeld. De coördinerende organisatie zorgt tevens voor het algemene beheer van het project, met inbegrip van de contractuele en financiële aspecten, en levert alle informatie waar de Europese Commissie om vraagt.

De coördinerende organisatie is verantwoordelijk voor het organiseren van de trainingen en de informatieverschaffing aan de lokale partners. Zij voert ook de taken uit die verband houden met het opbouwen of instandhouden van een Europees netwerk en zorgt ervoor dat alle partners rechtstreeks bij het project betrokken zijn.

Wat zijn de specifieke selectiecriteria?

Bovenop de in paragraaf D.3 beschreven algemene criteria die gelden voor alle EVS-projecten, zijn de volgende criteria van toepassing:

• Projectinhoud
  Het project moet een sterke en coherente thematische inhoud hebben.Het project moet blijk geven aan nieuwe activiteiten mee te willen doen en de reikwijdte van de ervaring te willen vergroten.De Europese dimensie van het project blijkt uit een gemeenschappelijke aanpak van coördinatie, netwerkvorming en de uitwisseling van goede praktijken tussen alle partners

  Er moet een concrete verwijzing zijn naar hoe het project de opgedane ervaring denkt over te brengen op het gedecentraliseerde deel van het programma JEUGD.
   

• Projectpartners
  Er moeten ten minste drie zendorganisaties en ten minste drie gastorganisaties, elk in verschillende programmalanden zijn.Bij projecten waarvoor een aanvraag wordt ingediend, moet een aantal partners betrokken zijn (20%) die nog niet eerder aan een EVS-project hebben meegewerkt.
   

• Vrijwilligers

  Ten minste 12 en ten hoogste 60 vrijwilligers uit ten minste drie programmalanden.

  Maximaal vier vrijwilligers per gastorganisatie en niet meer dan twee uit hetzelfde land.
   

• Duur van het project en het vrijwilligerswerk
  Het project mag in het totaal - voorbereiding en follow-up inbegrepen - niet langer duren dan 24 maanden. Het afzonderlijke vrijwilligerswerk mag maximaal een jaar in beslag nemen. Voor kwetsbare vrijwilligers mag het ook om kortlopend vrijwilligerswerk gaan.
   
• Training
  Zoals reeds beschreven in paragraaf D.5 vormen trainingen een onlosmakelijk onderdeel van ieder EVS-project. Het is aan de organisatie die het project coördineert (d.w.z. de aanvragende organisatie) om ervoor te zorgen dat alle bij een pan-Europees project betrokken vrijwilligers een voorbereidingstraining en een training bij aankomst krijgen, de tussentijdse bijeenkomsten en, indien mogelijk, ook de afrondende evaluatiebijeenkomst bijwonen. Gegevens over deze sessies moeten in de aanvraag worden vermeld.

  Waar mogelijk moet gebruik worden gemaakt van door het Nationale Agentschap georganiseerde trainingsbijeenkomsten. De training bij aankomst kan, overeenkomstig de richtlijnen van de Europese Commissie, ook verzorgd worden door de coördinerende organisaties zelf ( minimaal vijf vrijwilligers in projecten waarbij programmalanden betrokken zijn).

• Vervolgprojecten

In het geval van vervolgprojecten moet er sprake zijn van een substantiële verdere ontwikkeling op het punt van projectinhoud en betrokken partners en moeten de ervaringen en evaluatieresultaten van het vorige project in aanmerking worden genomen. Bij de vervolgprojecten moeten ten minste 20% nieuwe partners betrokken zijn, die nog niet eerder aan een EVS-project hebben deelgenomen.

In uitzonderlijke gevallen kan de Commissie pan-Europese projecten goedkeuren, waarbij een aantal vrijwilligers in een en hetzelfde gastproject, dat verbonden is aan een specifiek evenement (bijv. op het gebied van sport, cultuur, jongeren, etc) in programmalanden. Deze gezamenlijke vrijwilligersprojecten duren minimaal 3 weken. Een geografische balans tussen de zendende landen en de vrijwilligers moet in acht genomen worden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Commissie.

Wat zijn de prioriteiten voor projectfinanciering?

De Europese Commissie geeft prioriteit aan projecten die gericht zijn op de integratie van kwetsbare jongeren en waarbij organisaties, die met deze doelgroep werken, betrokken zijn.

Hoe wordt een project gefinancierd?  

De coördinerende organisaties kunnen een specifieke bijdrage van het programma JEUGD ontvangen, bovenop de in paragraaf D.8 genoemde subsidie. 

---

Onder de begrotingspost coördinatiekosten vallen zowel de administratiekosten als de kosten van andere activiteiten. De coördinatiekosten mogen maximaal € 10 000 bedragen en moeten door de Europese Commissie goedgekeurd worden. De gemaakte kosten voor andere activiteiten zullen van geval tot geval door de Commissie worden bekeken en daarbij zal rekening worden gehouden met de aard/inhoud van het project, het profiel van de vrijwilligers, de duur van het project, het aantal betrokken landen, het aantal voorgestelde bijeenkomsten van de partners, en het gemiddelde aantal aan het projectmanagement bestede uren. De subsidie van de Gemeenschap dient ook ter dekking van de kosten die gemaakt zijn in verband zijn met de trainingsmaatregelen voor de vrijwilligers en de bijeenkomsten.

Hoe een aanvraag indienen?

De officiële aanvraagformulieren zijn te verkrijgen bij de Nationale Agentschappen en de Europese Commissie. Ze kunnen ook gedownload worden van de websites van de Commissie en een aantal andere websites. De aanvraag moet vóór de in paragraaf B.5 genoemde deadline voor selectie op Europees niveau worden ingediend. Indien u hulp bij het invullen van het formulier nodig hebt, kunt u contact opnemen met het Nationale Agentschap. Voor een overzicht van de financieringsregels zie www.programmajeugd.nl

Een van de partnerorganisaties neemt de leiding op zich bij het indienen van de aanvraag en bij de uitvoering van het project. Deze organisatie dient de subsidieaanvraag in. Zij ontvangt de subsidie voor het hele project en geeft aan elke partnerorganisatie haar respectieve deel van de subsidie door. Zij is ook verantwoordelijk voor de rapportage en het overleggen van de eindafrekening.