Projecten
waaraan jongeren uit meer dan twee landen deelnemen (trilaterale en
multilaterale projecten) krijgen bijzondere prioriteit, omdat deze een
grotere Europese meerwaarde hebben. Deelname van kleine en/of plaatselijke
organisaties zonder enige Europese ervaring wordt aangemoedigd.
Bilaterale
projecten (projecten tussen twee landen) zijn vooral bedoeld voor
partnergroepen die nog niet eerder jongerenuitwisselingen hebben
georganiseerd, die een zeer specifieke pedagogische aanpak hebben of
gericht zijn op kwetsbare jongeren.
Deelnemers
Jongerenuitwisselingen moeten minimaal 16 en maximaal 60 deelnemers hebben -
groepsbegeleiders niet meegerekend. Wat het aantal deelnemers betreft, moet er
tussen de nationale groepen evenwicht bestaan.
Het programma
JEUGD stimuleert in het bijzonder de participatie van jongeren uit culturele,
geografische en sociaal-economische achterstandsgebieden en jongeren met een
handicap. Ook de deelname van jongeren voor wie dit de eerste Europese ervaring
zal zijn wordt gestimuleerd.
Indien er
gerechtvaardigde redenen bestaan en hun aantal beperkt is mogen, in
uitzonderlijke gevallen, de deelnemers jonger dan 15 of ouder dan 25 jaar zijn.
Groepsleiders
Elke groep moet een of meer begeleiders hebben (overeenkomstig de nationale
wetgeving of de vereisten voor dit soort activiteit). De begeleiders van de
ontvangende groep en de reizende groep zijn samen verantwoordelijk voor een
goede monitoring van het project en zien erop toe dat iedereen actief deelneemt.
Duration
De duur van de uitwisseling moet tussen de 6 en 21 dagen liggen, exclusief
reistijd.
Projectinhoud
Informele leerervaring
Het project moet een bijdrage leveren aan het onderwijsproces van jongeren
en hen bewust maken van de Europese/internationale context waarin zij
leven.
Thema
Het uitgangspunt moet altijd de door de jonge deelnemers zelf uitgesproken
belangstelling zijn. De uitwisseling moet een thema hebben dat de groepen samen
kunnen onderzoeken en dat rechtstreeks te maken heeft met het dagelijks leven
van de deelnemers. Het gekozen thema moet zo veel mogelijk terugkomen in de
concrete dagelijkse activiteiten van de uitwisseling. Voorbeelden van thema's
zijn muziek, films, lokaal erfgoed, milieu, informatietechnologie, racisme,
xenofobie en bestrijding van drugsmisbruik.
Programma en werkmethoden
Bij de planning van een uitwisseling is het essentieel dat er een helder,
gestructureerd programma van dagelijkse activiteiten wordt opgesteld. De
deelnemers moeten zo veel mogelijk betrokken worden bij het programma en de
werkmethoden, die het leerproces op natuurlijke wijze moeten laten verlopen. De
methoden zouden onder meer kunnen bestaan uit groepswerk, bezoeken,
rollenspelen, rondetafeldiscussies, praktische werkzaamheden, culturele
excursies, simulatiespelletjes, presentaties, theateropvoeringen en
gemeenschappelijke sportactiviteiten. Wel moeten alle activiteiten een band met
het hoofdthema en de algehele doelstelling van de uitwisseling hebben.
Het toepassen van verschillende interculturele werkmethoden biedt de
deelnemers niet alleen de mogelijkheid onderwerpen, culturen en
identiteiten (van zichzelf en van anderen) te ontdekken, maar kan er
tevens voor zorgen dat alle jongeren in gelijke mate meedoen ongeacht hun
taal- of andere vaardigheden. Voor meer informatie over onder andere de
methoden en de cursussen gelieve contact met uw Nationaal Agentschap op te
nemen.
Het interculturele aspect en impact op lokaal
niveau
Ontmoetingen
tussen jongeren uit verschillende regio's en landen kunnen hun bewustzijn van
andere culturen stimuleren en hen in contact brengen met nieuwe zienswijzen op
bekende onderwerpen (geschiedenis, visies op identiteiten enz.).
De invloed van een jongerenuitwisseling moet echter niet beperkt blijven tot
degenen die aan de activiteit deelnemen, maar moet ook het concept 'Europa'
onder de aandacht van de lokale bevolking brengen en een positiever beeld van
andere culturen creëren.
Voorbereiding en follow-up
De
voorbereidingsfase is cruciaal voor het succes van het project.
Tijdens deze fase komen de deelnemers bij elkaar om te praten over de
doelstellingen en het thema van de geplande uitwisseling. Voor het
indienen van de aanvraag moeten de partnergroepen het eens zijn over een
activiteitenprogramma, de praktische invulling en strategieën om elkaar te
leren kennen. In sommige gevallen wordt aanbevolen dat de aanvragers
vooraf een planningsbezoek aan het gastland brengen en dit opnemen in de
aanvraag. Dit bezoek mag pas plaatsvinden nadat de aanvraag is goedgekeurd
en mag niet langer dan twee dagen duren (exclusief reistijd).
Meteen
vanaf het begin van het project moeten de partners goed nadenken over de
follow-up van de uitwisseling.Zal de
uitwisseling wederzijds zijn? Kan bij het volgende project een nieuwe
partner betrokken worden? Hoe kan na afloop van de uitwisseling het
themaconcept verder besproken worden en wat zouden de volgende stappen
kunnen zijn?
De kwestie
van de follow-up moet tijdens de evaluaties met de deelnemers voor,
tijdens en na de uitwisseling besproken worden. De groepen jongeren moeten
ook nadenken over hoe zij hun ervaringen kunnen delen met andere groepen,
met hun lokale gemeenschap enz.
Action 5.1 activity 9 “Support for quality and innovation of the
Program Youth.” Project no: 5.1/R1/2003/06
Made by
Hienet working
Teams in cooperation with
T.E.S.